Dagboek van cameraman Marijn Poels

Home / 2009 / Dagboek van cameraman Marijn Poels

Roemenië
Een confrontatie met de welvaart

http://www.l1.nl/nieuws/dagboek-roemenië

JULI 2009 – Dat een vier wiel aangedreven landrover veel kan hebben wordt me overduidelijk tijdens onze rit over de Transsylvanische Alpen. Het ruwe Karpaten gebergte in Roemenië trekt ontgestabiliseerd aan mij voorbij. Soms zijn de ruige bergweggetjes half weggespoeld door eerdere regenval waardoor de auto bijna over zijn tilpunt gaat en wij als ongetrainde acrobaten het kantelen van de jeep proberen tegen te gaan. De auto glijdt plotsklaps anderhalve meter naar rechts waardoor we met een ferme klap tegen een muur van modder glijden.

We begeven ons op 1500 meterhoogte, de GSM heeft geen ontvangst meer terwijl we enkel aangewezen zijn op de GPS, die onze route kronkelend registreert. Ik probeer er niet aan te denken dat we hier autopech krijgen. Ik doe m’n uiterste best de onvoorspelbare tocht op film te krijgen en leg mijn vertrouwen volledig in de handen van de uit Valkenburg afkomstige Jan Aarts die onze kar bestuurd.

Sinds 1999 verzorgt Jan Aarts met de stichting “Hulp door genade” o.a. op gestructureerde wijze transporten naar deze streek van Roemenie, in het bijzonder de stad Cugir dichtbij Romos. Tweedehands kleren die in deze arme stadsregio meer dan welkom zijn. De lokale verantwoordelijke is de Roemeense Pastor Ghita Cioran, die in de stad Cugir samen met de Nederlandse stichting een kinderdagopvang runt.

Na enkele uren stapvoets rijden door de adembenemende panorama’s bereiken we de boomgrens en boven op één van de bergtoppen komen we aan bij een kleine kaasmakerij. Een plek waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Een oude man van rond de tachtig jaar strompelt met twee wandelstokken naar buiten om ons te begroeten. Binnen in de hut staan potten met een substantie op een vuurtje te pruttelen. Van dat goedje wordt de kaas gemaakt, zo blijkt. De rook trekt dansend door het huisje op zoek naar spleten in het houten dak om te kunnen ontsnappen. De camera registreert een romantische parodie van de werkelijkheid. Ik vraag me af hoe iemand in deze rokerige situatie tachtig kan worden.

Het bergleven is zwaar, eenzaam, afgesloten van alles en net zelfvoorzienend. De kazen die ze hier maken worden elke week met paard en wagen naar de markt gereden voor de verkoop. Van deze opbrengsten hebben ze net voldoende winst om levensmiddelen te kopen in de stad om weer een week in de bergen te kunnen leven. Alles in de bergen is puur handwerk. Alles staat één met de natuur. Zelf geschulpte houten schaaltjes waar de kazen in worden gedroogd, zelfgemaakte apparaten van hout en een, voor ons, onmenselijk geduld maken dit leven mogelijk. Ondanks het zware bestaan zijn deze mensen buitengewoon gelukkig en is deze eenvoud precies wat ze willen.

De tragiek van het bergleven is dat door de intreding van de EU de wetten voor deze mensen ondraaglijk zijn geworden. Men is verplicht om binnen een aantal jaren de houten schaaltjes te vervangen door roestvrij staal. Dat is een investering die onmogelijk is in dit leven waardoor deze mensen worden gedwongen te stoppen met hun generatie lange traditie en cultuur en ze gestaag naar de eerstvolgende stad ‘Cugir’ trekken. Deze gedwongen urbanisatie naar steden waar al een werkeloosheid is van 95% maakt de plaatsen tot de grootste sociaal/economische tijdbommen van het land. Na jarenlang communisme, staatsschulden en onderdrukking snakt de overheid naar de westerse welvaart terwijl de bevolking langzaam word gewurgd door de consequenties en gevolgen en de Europese rijkdom nog verre van aanwezig is.

Net iets buiten het romantisch ogend dorpje Romos aan de voet van de bergen komen we uiteindelijk aan bij een verzameling hutjes en krotten. De plek waar de originele Roma’s (zigeuners) geïsoleerd van de buitenwereld leven. Langzaam en gespannen lopen we het ‘dorpje’ binnen. Het lijkt te zijn uitgestorven maar ons gevoel zegt dat er iets op de loer ligt. Dan komt de dorpsoudste voorzichtig en nieuwsgrierig naar buiten. Een oudere vrouw in de zestig met een prachtig gekleurde rok loopt op ons af. Aan de deuropeningen van de andere hutjes gluurt de rest van de dorpsbewoners, afwachtend wat de dorpsoudste gaat zeggen tegen het vreemde bezoek. Ik weet niet wat er gebeuren gaat en begin te filmen.

Enigszins argwanend maakt de vrouw een groetend gebaar en bij haar eerste voorzichtige glimlach glinsteren haar vijftal gouden tanden in de zon. Alsof dit een teken is voor de rest van het dorpje want niet lang daarna staat het hele zigeunerdorp om ons heen. De prachtig geklede vrouwen komen met kinderen naar buiten en later komen ook de mannen. Die proberen macho en imponerend indruk te maken richting camera. Ik laat duidelijk blijken dat ik hun niet zo interessant vind en mijn lens liever richt op de vrouwen en kinderen die meteen in gesprek gaan met de gepassioneerde en luisterende Valkenburger Jan Aarts en de Roemeen Ghitza Coiran.

Eén van de zigeunermannen versleept een cassettespeler met oude maar flinke boxen naar buiten en start een traditioneel zigeunerliedje. Als snel word de stoffige zandweg een swingende dansvloer waarop hun blijk van dank voor onze aanwezigheid duidelijk wordt.

Het Roma volk heeft een lange geschiedenis die al duizend jaar een negatieve stempel drukt op de hedendaagse zigeuners waarvan de oorsprong terug te vinden is in Noord-India. Tijdens de Moslimoorlogen van Mahmoud van Ghazna werden Indiase jongens en mannen als slaven meegenomen en jonge meisjes als ‘dienaressen’. Het waren vaak vaklui, stammend uit de laagste kasten, de onaanraakbare, Na hun vrijlating hadden ze geen vaste woonplek en kregen door hun sociale status nergens werk. Door de uitzichtloosheid trokken ze als zigeuners de wereld in en verdiende onderweg geld met muziek, dans en handel. Met namen in Roemenië en Bulgarije vestigde zich veel zigeuners. De Roemenen zelf hebben deze groep mensen nooit geaccepteerd en worden tot op de dag van vandaag genegeerd en gediscrimineerd.

Door dit isolement raken de Roma’s steeds verder van een normaal leven vandaan en vergrijpen zich gedwongen aan kleine criminaliteit en bedelen om hun gezinnen in leven te houden. Triest genoeg hun enige weg om te overleven.

In de Roemeense scholen heerst een grote ongelijkheid. Vooral zigeunerkinderen vallen buiten de boot met hun vaak typische kledij en worden daardoor zichtbaar gediscrimineerd. Om die reden blijven ze weg uit de klas. Door het verstrekken van tweedehandse kleding aan deze groep mensen hoopt stichting Hulp door Genade deze ongelijkheid op scholen te veranderen waardoor de kinderen in ieder geval een beter toekomstperspectief krijgen. De stichting hoopt op die manier de isolatie van de zigeuners te doorbreken.

Aanvankelijk twijfelde ik openlijk aan de duurzaamheid van kleding geven aan de arme. Maken we ze niet nog hulpafhankelijker dan ze al zijn? En wat levert het nu uiteindelijk op? In de wereld van internationale samenwerking wordt dit soort hulp als humanitair gezien waar weinig duurzaamheid in te vinden is. Maar toch denk ik dat dit een foutieve gedachte is gebaseerd op vastgeroeste stramienen en westers gedachtegoed zonder in de structuur van een samenleving te kijken wat het kan opleveren.

Uiteindelijk hergebruiken we kleding, die in onze ogen slechts als poetslap nog een toekomst heeft, en kunnen we daarmee de armste kinderen in de scholen krijgen en zo het het isolement van een bevolkingsgroep tegen gaan. Hoe simpel kan een oplossing vaak zijn!

In de stad Cugir aangekomen word ik wederom getroffen door een tragisch gevoel. Mensen wonen in flats letterlijk en figuurlijk op elkaar. Grote gaten in de muren vertellen me dat het hier ‘s winters met -20 graden vorst onmenselijk moet zijn. Door de gigantische werkeloosheid, gebrek aan hygiene, medische zorg en gedegen kinderopvang is deze stad gedoemd om ten onder te gaan aan het oprukkend kapitalisme van de E.U. investeerders en hulp blijven ver weg en de vicieuze cirkel wordt groter en groter. In één van de flats kijk ik door een gebroken raam naar buiten en heb een onwerkelijk mooi beeld op de voorlopers van het machtig Karpatengebergte die de stad dominant omringt. Ik denk terug aan die oude man boven in de bergen en stel me voor hoe of op wat voor een manier zo’n man hier zou moeten overleven… of hij hier überhaupt zou kunnen leven.        

Marijn Poels